Een paar maanden geleden las ik over Azeri memoires die al in 1945 zijn gepubliceerd, maar om onverklaarbare redenen pas eerder dit jaar zijn vertaald: Banine’s Days in the Caucasus, uit het Frans vertaald door Anne Thompson-Ahmadova. Bijna iedere recensent was vol lof en daarom ook verbaasd: waarom zou een Engelse vertaling van geestige memoires die spelen tijdens een beslissende fase uit de geschiedenis van Azerbeidzjan meer dan zeventig jaar op zich laten wachten? Al na enkele bladzijden stelde ik dezelfde vraag. Banine is een ware verteller, die kleurrijk en met gortdroge humor haar jeugd in Azerbeidzjan in beeld brengt. Days in the Caucasus is overigens het eerste boek van dit project dat ik las in audiovorm. Het wordt voorgelezen door Anoushka Rava, wiens sarcastische toon en goeie timing Banine’s humor alleen maar ten goede komen.
Banine – pseudoniem van Ummulbanu Asadullayeva (1905-1992) – groeit tijdens de jaren ’10 en ’20 van de vorige eeuw op in Baku, de hoofdstad van Azerbeidzjan. Ze opent haar boek met de constatering dat we allemaal families kennen die arm maar respectabel zijn, maar dat haar familie daarentegen extreem rijk en in het geheel niet respectabel was. Dat eerste komt doordat Banine’s vader een succesvolle oliebaron is. Zoals het een stinkend rijke man betaamt, laat hij zijn dochters opvoeden door de Baltische, Duitse Fräulein Anna, terwijl hij zelf in een apart huis woont.
Dat tweede wordt duidelijker wanneer Banine met groot vertelplezier haar kleurrijke, aan karikaturen grenzende familieleden beschrijft. Zo is er haar oma, die zeer religieus is maar vloekt als een bootwerker. Ze bidt vijf keer per dag, raakt nog niet eens een bord aan als het door Christelijke handen is heengegaan en spuugt op de grond als ze een witte vreemdeling ziet. En er zijn Banine’s kettingrokende, kaartspelende tantes, die wedstrijdjes doen om te bepalen wie het harigst is, wie de kortste nek heeft, of de dikste kont. Elke zomer komt de hele stoet samen in het familiehuis aan zee, waar een ellenlange tafel plaats biedt aan de gigantische familie. Banine’s weergave van de chaos, ruzietjes en het gekonkel binnen dit bonte gezelschap is een van de hoogtepunten van het boek.
Het klinkt misschien alsof Days in the Caucasus een licht en vrolijk verhaal is, maar op de achtergrond speelt de opkomst en ondergang van de Azerbeidzjaanse Democratische Republiek. Er zijn conflicten, pogroms en bloedbaden, die Banine overigens ook op de meest droge toon beschrijft. In Anna Astvatsaturian Turcottes Nowhere, het boek dat ik uitkoos voor Armenië, zag ik de andere kant van die conflicten. Als Armeense moest Anna noodgedwongen vluchten uit Baku. Al voordat het zover was, werd ze verstoten door haar Azeri vriendinnen. In Days of the Caucasus volgen we juist zo’n Azeri meisje. Het is eng om te zien hoe het nationalisme zonder enige moeite doorsijpelt in haar jeugd. In een pijnlijke paragraaf vertelt Banine tussen neus en lippen door welk spelletje ze altijd speelde met haar nichten en neven: ‘massacre of the Armenians’.
In deel twee volgen we Banine wanneer ze iets ouder is. We zien haar veranderen van een dromerig meisje dat fantaseert over zeemonsters in een vijftienjarige die verliefd wordt, een gedwongen huwelijk moet ondergaan en zelf meerdere keren moet vluchten – eerst naar Perzië, uiteindelijk naar Parijs. Het tempo wordt in dit deel wat opgevoerd, en dat brengt me meteen bij het enige minpuntje van Days in the Caucasus: in het eerste deel komt het verteltempo wel erg dicht in de buurt van de lome, langzame zomerdagen aan de Azeri kust. Banine trapt hier in de val die bij memoires vaker op de loer ligt: de dagen rijgen zich aaneen en de lezer gaat zich afvragen waar het eigenlijk allemaal heen gaat. Toch is dat slechts een klein puntje van kritiek, want verder kan ik al die lovende recensenten alleen maar gelijk geven. En dus bleef ik achter met diezelfde puzzel: waarom duurde het nou zo lang? En waar blijft de volgende vertaling?
1 Reactie
wat een prachtige en onconventionele familie wordt in dit boek beschreven! Wel jammer dat ze, ondanks het vloeken, roken en kaartspelen dan toch weer hun dochters uithuwelijken.