Waarom ik een boek uit elk land ter wereld ga lezen
In 2018 en 2019 ga ik op wereldreis. Ik zal dwars door Afrika trekken, kriskras door Azië en eilandhoppend door Oceanië. Niets bijzonders, zou je denken, behalve dan dat mijn vervoermiddel geen vliegtuig maar papier zal zijn en mijn gids geen Lonely Planet maar een schrijver uit elk land ter wereld. Ik ga op reis door de wereldliteratuur.
Het idee speelde al een tijdje door mijn hoofd, maar de urgentie ervan werd pas een aantal maanden geleden pijnlijk duidelijk. Ik stond voor mijn boekenkast en telde het aantal vrouwen, mannen en nationaliteiten dat op de planken stond. Tot dan toe had ik verbazingwekkend weinig aandacht besteed aan de achtergrond van de auteurs die ik las. In een eindeloze zoektocht naar de mooiste zinnen en meeslependste verhalen liet ik me blindelings leiden door boekenbijlages en de canon, zonder erbij stil te staan hoe mannelijk, wit en Westers die vaak zijn.
Dat veranderde in 2016, toen de Lezeres des Vaderlands begon te #lekkertellen hoeveel vrouwen en mannen er besproken worden in Nederlandstalige boekenbijlages (spoiler: om te huilen, zo weinig. Alleen Trouw ontweek keer op keer behendig haar vlijmscherpe pen). Een jaar lang volgde ik hoe de Lezeres dieptepunt na dieptepunt documenteerde, en haar conclusies maakten mij nieuwsgierig naar mijn eigen leesgewoontes.
Een aantal maanden nadat zij de dieptreurige balans had opgemaakt, besloot ook ik te gaan #lekkertellen. Tegen die tijd had ik zo mijn vermoedens gekregen over de eenzijdigheid van mijn boekenkast, dus telde ik niet alleen het aantal vrouwelijke en mannelijke auteurs, maar ook het aantal nationaliteiten en het aantal auteurs van kleur. Als ik dan toch in gevecht ging met mijn illusies, kon ik ze maar beter meteen allemaal te lijf gaan.
De cijfers logen er niet om. Met elk streepje werd het onvermijdelijke duidelijker: in mijn boekenkast heerste de witte, Westerse man. Om met dat laatste te beginnen: van alle auteurs in mijn boekenkast was verdorie 78% man. Blijkbaar las ik voor grofweg elke acht boeken van mannen slechts twee boeken van vrouwen. Dat zijn cijfers die zelfs de meest bevooroordeelde boekenbijlages nog overtreffen.
De wereldliteratuur kwam er niet veel beter van af. Van alle landen ter wereld, en dat zijn er toch algauw een stuk of 200, waren er maar 19 vertegenwoordigd in mijn boekenkast. Veruit de meeste boeken – zo’n 88% – kwamen uit Europa, Noord-Amerika of Australië. Binnen de overige werelddelen was de verscheidenheid ver te zoeken: het schamele lijstje auteurs uit Afrika bestond louter uit Zuid-Afrikanen en de handvol auteurs uit Azië waren allemaal Indiaas of Japans. Met drie verschillende landen – Chili, Colombia en Brazilië – deed Zuid-Amerika het iets beter, terwijl Midden-Amerika in het geheel geen vertegenwoordigers had.
Het absolute dieptepunt? Slechts een miezerige 5% van mijn boeken was geschreven door auteurs van kleur. Mijn boekenkast was witter dan wit.
Er is iets griezeligs aan deze cijfers. Ik was nooit bewust op zoek geweest naar boeken van witte, mannelijke of Westerse auteurs en toch stonden ze daar gebroederlijk allemaal op een rij. Zonder dat ik het had gemerkt, waren racisme, seksisme en het Westen mijn boekenkast ingeslopen.
Er zat niets anders op: ik had een spoedcursus wereldliteratuur nodig. Ik bedacht dat dit het ideale moment was voor de papieren wereldreis waarover ik al een tijdje nadacht. Als ik een boek uit elk land ter wereld zou lezen, zou ik wereldliteratuur lezen die ook daadwerkelijk een afspiegeling van de hele wereld is, ik zou meer auteurs van kleur lezen, en met een beetje geluk zou ik onderweg ook het percentage vrouwen in mijn boekenkast wat kunnen opkrikken.
Vandaar dat ik in februari 2018 op de bank blijf zitten, mijn koffers niet pak en vertrek. Kom af en toe eens een kijkje nemen om te zien waar ik ben, of reis een stukje met me mee. Tips over de must reads van de wereldliteratuur zijn ook altijd welkom, want gezien mijn leesgeschiedenis kan ik wel wat hulp gebruiken.