Toen ik nog maar net had besloten dat ik op papieren wereldreis zou gaan, bezocht ik een tijdlang elke tweedehands boekwinkel die ik tegenkwam om daar in het wilde weg boeken uit allerlei verschillende landen te verzamelen. Het was in die periode dat ik in een kleine Antwerpse boekhandel een oud exemplaar van Okot p’Biteks Lied van Lawino op de kop tikte. Pas later kwam ik erachter dat dit epische gedicht eigenlijk niet bij mijn project paste, want Lied van Lawino is de klassieker van Oeganda. Sterker nog, het is een van de meest gelezen werken uit heel Sub-Sahara-Afrika.
De bijna mythische status van dit gedicht intrigeerde me, en dus was het een van de laatste boeken die ik las in 2017. Ik noem het hier omdat het ook een van de beste boeken was. De weeklacht van Lawino, die verbitterd toekijkt hoe haar man Ocol zijn cultuur verraadt ten faveure van westerse gebruiken, alsof hij eigenlijk liever wit wil zijn dan zwart, is hartverscheurend. Het is een krachtige, beeldend geschreven kritiek op de kolonisatie en de daaropvolgende vernietiging van de Oegandese cultuur, mooi vertaald door Ad van Rijsewijk.
Het is maar goed dat ik het gedicht op de valreep nog heb gelezen, want sinds ik in juli besloot om alleen nog vrouwen te lezen, komt Lied van Lawino sowieso niet meer in aanmerking voor dit project. Mijn zoektocht naar een Oegandees boek ging verder. Al snel stuitte ik in The Guardian op een artikel over Femrite, een Oegandese NGO die sinds 1995 literatuur van vrouwen promoot en publiceert. Een belangrijk doel, want in een land waar stilte geldt als een vorm van overleven en onderwijs voor meisjes niet tot de prioriteiten behoort, is schrijven voor vrouwen niet vanzelfsprekend. ‘There are certain things in this society that are not meant to be said,’ legt auteur Doreen Baingana uit in datzelfde Guardian-artikel. ‘There are roles that women are not meant to play because of unspoken rules. Femrite provides a focus for those challenges because when we’re together as women, we communicate differently’.
Onder de indruk van haar woorden – en van de Commonwealth Writers’ Prize die ze binnensleepte met haar debuut Tropical Fish – besloot ik dat Baingana mijn Oegandese auteur zou zijn.
Tropical Fish. Stories out of Entebbe (2005) houdt het midden tussen een verhalenbundel en een roman-in-verhalen. In acht hoofdstukken vertelt Baingana over het leven van drie zussen, die opgroeien in Entebbe na de val van dictator Idi Amin. We maken kennis met Patti, die op haar kostschool moet bedelen om een schepje suiker voor in de thee om de honger te verdrijven; met Rosa, die magie inzet om haar literatuurdocent te verleiden; en vooral met Christine, die we volgen van haar stiekeme uitstapjes naar de slaapkamer van haar ouders tot haar vertrek naar Los Angeles en haar terugkeer naar Entebbe.
Op Patti’s honger en een hartverscheurend verhaal over aids na, blijven de moeilijkheden van eind twintigste-eeuws Oeganda op de achtergrond. Tropical Fish toont niet de moeilijkheden waar mensen zo vaak aan denken als het over Oeganda gaat, maar de levens die mensen opbouwen te midden van die moeilijkheden. De drie zussen halen kattenkwaad uit, worden verliefd en reizen hun nieuwsgierigheid achterna. Onzekerheid en mislukkingen horen daar als vanzelfsprekend bij, zoals in het titelverhaal ‘Tropical Fish’. Daarin ontmoet een twintigjarige Christine de oudere, Britse expat Peter, die tropische vissen exporteert. Haar relatie met hem is geen bewuste keuze, maar eerder iets wat haar overkomt: ‘I was left wondering exactly what I was doing there, in the middle of the night, next to a snoring white man’.
Christine is geen stereotype ‘sterke’ vrouw die alle moeilijkheden overwint, maar een vrouw van vlees en bloed. Ze heeft kwetsbaarheden, neemt wel eens beslissingen zonder precies te weten waarom en laat de dingen soms gewoon maar gebeuren. Aan het eind van de bundel maakt haar passiviteit langzaamaan plaats voor assertiviteit, maar na acht jaar in Los Angeles blijft haar leven een zoektocht: ‘She would have to learn all over again how to live in this new old place called home’.
Met een indrukwekkend oog voor detail en veel compassie schrijft Baingana over de drie meisjes, die ze liefkozend ‘my girls’ noemt, en hun weg naar volwassenheid. ‘I think we expect the African story to be one of tragedy and despair and how people overcame suffering,’ zei ze in het eerdergenoemde Guardian-artikel. ‘In fact, there are other stories.’ In Tropical Fish vertelt Baingana die verhalen.
1 Reactie
Wat een prachtige cover, en wat heerlijk inderdaad dat dit boek gaat over de gewone dingen, voor zover ze gewoon kunnen zijn in een land vol tragedies. Dank je wel voor deze prachtige recensie!