Afrika

Ethiopië: het portret van een grootmoeder

26/10/2018

Toen ik deze zomer een aflevering van de podcast Dipsaus luisterde – of liever gezegd: toen ik alle drie de seizoenen bingede – stond Maaza Mengistes De Leeuw en de Keizer, vertaald door Nele Ysebaert, al maanden in mijn kast te wachten op mijn aankomst in Ethiopië. Toen de aflevering was afgelopen, besloot ik dat het boek daar nog even zou blijven staan. Ebissé Rouw, die niet alleen redacteur non-fictie is bij Amsterdam University Press maar ook medeoprichter van Dipsaus en medesamensteller van de bundel Zwart, vertelde in de podcast dat de Ethiopische literatuur maar al te vaak gereduceerd wordt tot twee auteurs: Dinaw Mengestu en, jawel, Maaza Mengiste. Ik voelde me meteen aangesproken, want ook Mengestu stond al in mijn boekenkast – vlak voordat dit project begon las ik zijn roman Al Onze Namen. Het was tijd om een derde auteur aan het rijtje toe te voegen.

Ik vond een aantal interessante boeken – inclusief deze unieke biografie ‘voor Ethiopiërs, door Ethiopiërs, in een Ethiopische taal en over een Ethiopische vrouw’ – maar ik had het idee dat ik heel wat over het hoofd zag. Via Twitter vroeg ik Ebissé Rouw om tips, en zij gaf er drie: Nafkote Tamirats The Parking Lot Attendant, Aida Edemariams The Wife’s Tale en Hiwot Teffera’s Tower in the Sky – een ‘must-read’. Vanzelfsprekend was ik meteen nieuwsgierig naar dat laatste boek, maar omdat daar een aardig prijskaartje aan hing, koos ik voor het tweede.

In The Wife’s Tale vertelt Guardian-journalist Aida Edemariam het verhaal van haar grootmoeder Yetemegnu, die rond 1916 geboren werd in de Ethiopische stad Gondar en vijf jaar geleden overleed. Tegelijkertijd schetst ze de geschiedenis van een land dat gedurende één leven veranderde van een keizerrijk in een Marxistische dictatorschap, om tot slot in de richting van een democratie te bewegen. Begrijpelijkerwijs ontbreekt een van de meest hoopgevende hoofdstukken in die geschiedenis: het feit dat Sahle-Work Zewde gisteren aantrad als eerste vrouwelijke president van Ethiopië. Ze heeft aangekondigd dat gendergelijkheid een topprioriteit zal zijn en sprak in haar toespraak voor het parlement de historische woorden: ‘If you thought I spoke a lot about women already, know that I am just getting started.’ Het is een ontwikkeling die Yetemegnu, een dappere, strijdvaardige vrouw, vast had toegejuicht.

The Wife’s Tale begint in 1924, wanneer Yetemegnu acht jaar is en trouwt met Tsega Teshale, een priester die meer dan twintig jaar ouder is. Op bladzijde vier is ze nog aan het dagdromen over verstoppertje en die keer dat ze een jurk verscheurde om er een pop van te maken; op bladzijde vijf is ze geloften aan het afleggen. ‘It would be years before she understood what she had promised’.

Terwijl muilezels plaatsmaken voor auto’s en brieven voor telefoons, zien we Yetemegnu langzaam veranderen van een klein meisje dat zich verstopt voor haar man in een moeder van tien kinderen die zich steeds meer vrijheden veroorlooft. Alhoewel Edemariam regelmatig uitzoomt naar politieke gebeurtenissen – van de Italiaanse bezetting in de jaren ’30 tot de hongersnood in de jaren ’80 – zijn het gebeurtenissen uit het leven van alledag die het boek structureren – van de geboortes van Yetemegnu’s kinderen tot de gerechten die ze klaarmaakt en de gebeden die ze bidt.

In The Guardian vertelt Edemariam dat The Wife’s Tale is gebaseerd op uren en uren aan interviews met haar grootmoeder. Het boek is dus niet zomaar een biografie, maar deels een mondelinge geschiedenis die aan het papier is toevertrouwd. Het resultaat is een stijl die dwingt tot langzaam lezen, maar die tegelijkertijd levendig en beeldend is. Wanneer Yetemegnu een regenboog ziet, schrijft Edemariam dat het was ‘as though Mary’s sash had been thrown across the sky’ en wanneer ze zich als twaalfjarige terugtrekt in de achterkamers om haar man te ontlopen, zit ze op een krukje tussen de graanzakken ‘[to] watch the days crawl across the floor’. Voor wie houdt van een literaire biografie die de lezer langzaam onderdompelt in een ander leven, is The Wife’s Tale zonder twijfel een aanrader.

De grootste aanrader van dit stukje is echter geen boek, maar een podcast. Dipsaus, gemaakt ‘door en voor vrouwen van kleur en iedereen die geïnteresseerd is in een ander geluid’, is steengoed, maatschappijkritisch en bewonderingswaardig open en persoonlijk. Afgelopen zomer luisterde ik elke dag een aflevering tijdens de busreis naar mijn werk. Te midden van alle andere forenzen brengt dat risico’s met zich mee – ik heb hardop moeten lachen en bijna zitten huilen – maar tegelijkertijd zijn busreizen nog nooit zo mooi geweest.

Dit vind je misschien ook interessant:

3 Reacties

  • Reply Lidy Pelsser 26/10/2018 at 14:05

    Ik ga zeker naar Dipsaus luisteren. En ik lees altijd met heel veel plezier je blogs, vooral ook omdat ze niet alleen gaan over het boek dat je bespreekt, maar ook over de achtergrond van je zoektocht, en over het land in kwestie. Heel leerzaam!

    • Reply Anne 26/10/2018 at 15:36

      Dankjewel. Sahle-Work Zewde en haar uitspraak kon ik natuurlijk niet onbenoemd laten!

  • Reply Merie Polkamp 02/11/2018 at 03:00

    Wat leuk dat je tips hebt gevraagd en gekregen van Ebisse Rouw! 🙂

  • Laat een reactie achter