Kennen jullie de film Lola Rennt? Het is een Duitse kaskraker uit de jaren negentig die vrij krachtig wordt samengevat door de titel. Lola heeft twintig minuten om 100.000 DM te bemachtigen en te voorkomen dat haar vriend wordt vermoord door de gangster aan wie hij dat geld schuldig is. Daardoor is Lola in het grootste deel van de film, je raadt het al, aan het rennen. Ik keek de film tijdens mijn middelbareschooltijd en vanwege de bijzondere structuur is het verhaal me altijd bijgebleven. Lola’s paniekerige zoektocht wordt namelijk niet één, niet twee, maar drie keer getoond, telkens met een ander einde. In drie verschillende scenario’s laat de film zien hoe kleine verschillen – een combinatie van Lola’s keuzes en puur toeval – haar toekomst bepalen.
Dayo Forster’s Reading the Ceiling (2007) heeft dezelfde structuur. In de proloog deelt de achttienjarige Ayodele mee dat ze vandaag, na afloop van een feestje, voor de eerste keer seks zal hebben. Ze moet alleen nog bepalen met wie. Op haar enigszins willekeurige lijstje staan Reuben, de lijstopvuller die niet lelijk is maar ook geen ‘catch’; Yuan, de schoolvriend (‘He can seem sexy if I try’); en Frederick Adams, de tweeënveertig jaar oude vader van haar beste vriendin. Na de proloog volgen drie verschillende biografieën van Ayodele. Drie mannen, drie levens, zo lijkt Forster te zeggen. In een van die levens gaat Ayodele studeren in Engeland, wordt ze verliefd, en ervaart ze alle moeilijkheden die daarbij komen kijken; in een ander leven reist ze de hele wereld over na een tragisch verlies; en in het derde leven blijft ze in Gambia, waar ze moeder wordt en onderdeel uitmaakt van een polygaam huwelijk.
De reden waarom Ayodele zo graag voor de eerste keer seks wil hebben, is niet helemaal duidelijk. Ze lijkt haar gebrek aan seksuele ervaring te zien als een obstakel dat de rest van haar leven tegenhoudt, maar weet niet precies waarom: ‘I’m ready now. I long to… lose something I’ve always felt was valuable, and exchange it for… well, I’m not quite sure exactly, but for something else.’ Het is maar de vraag waarom Ayodele haar maagdelijkheid zo waardevol vindt, al heeft haar moeders slut shaming er vast wat mee te maken. Wat we wel weten, is dat Ayodele graag de touwtjes in handen houdt. Ze heeft een bemoeizuchtige moeder en kan niet zelf bepalen waar ze gaat studeren, maar over haar ontmaagding heeft ze in ieder geval wél controle.
Des te schrijnender is het dat de rest van Ayodele’s leven volledig gedetermineerd wordt door deze ene seksuele ervaring. We volgen Ayodele decennialang en haar drie levens zijn zo verschillend dat de vraag rijst hoe geloofwaardig het is dat haar beslissing tientallen jaren later nog invloed heeft op haar leven. Haar keuze was immers nogal arbitrair. Forster lijkt erop te wijzen dat kleine keuzes een grote invloed kunnen hebben, waardoor we maar tot op zekere hoogte controle hebben over onze levensloop en ons vaak door het lot moeten laten meevoeren. Het is een enigszins deprimerende boodschap, die er bovendien voor zorgt dat we drie bijna geheel verschillende en schijnbaar willekeurige biografieën lezen, waardoor de roman een bepaalde eenheid mist.
Voor wie benieuwd is naar de titel: het is een metafoor die jammer genoeg een beetje rammelt. Aan het eind van het eerste deel ziet Ayodele in de vlekken op het plafond de contouren van een leven dat ze niet leefde: ‘I can make out furry edges of faded brown underneath the paint. Not enough to dream a whole future, but enough to imagine how the past could have been’. Ik kan me iets voorstellen bij de keuze voor dit beeld – de kleuren onder de verf verraden dat de dingen er ook anders uit hadden kunnen zien – maar de metafoor mist kracht. In de proloog merkt Forster terloops op dat Ayodele als kind vaak naar het vlekkenpatroon keek, waarin ze haar angsten en zorgen weerspiegeld zag, maar de emotionele waarde van de vlekken wordt niet sterk genoeg neergezet om het plafond titelwaardig te maken. Wellicht is het om die reden dat de vlekken in deel twee en drie uit het zicht verdwijnen en plaatsmaken voor een sterkere metafoor uit een volksverhaal.
Net zoals het prachtige La Bastarda, is Reading the Ceiling een roman die ik eerder niet las. In april koos ik vanwege mijn heimwee naar het Nederlands voor Ebou Dibba’s Fafa, een dromerig boek over vier vrienden die in een handelspost aan een trage rivier wonen. Geen van beide boeken behoort tot mijn favorieten van dit project.
In een ander leven had Reading the Ceiling een prachtige roman kunnen zijn. Het verschillende-scenario’s-concept is intrigerend en de roman stelt interessante vragen over het getouwtrek tussen het lot en de vrije wil. Maar in dit leven laat de uitwerking van het concept te wensen over. Aan het eind van de roman was ik vooral nieuwsgierig waar ik Lola Rennt zou kunnen vinden, om te kijken of het werkelijk zo’n energieke, strak gecomponeerde en vermakelijke film is als ik me kan herinneren.
1 Reactie
De inhoud van het boek is wellicht niet overtuigend, maar wat is de cover prachtig! Alleen daarom al de moeite van het kopen waard. En Lola Rennt ga ik zeker ook kijken!