Het oude plan

Congo-Kinshasa: overdonderende jazz

13/06/2018

Van Congo reisde ik naar Congo. Dit keer hoefde ik niet lang te twijfelen, want in Congo-Kinshasa (oftewel de Democratische Republiek Congo) was er één boek dat er meteen uitsprong: Tram 83, het veelbesproken debuut van dichter en toneelschrijver Fiston Mwanza Mujila, vertaald door Jeanne Holierhoek. Mujila (1981), die in Lubumbashi werd geboren en sinds 2011 in Oostenrijk woont, sleepte er de ene na de andere prijs mee binnen en The Guardian prees het boek als ‘the Congolese novel that’s wowing the literary world’.

Als ‘wowing’ ook overdonderen, verwarren en desoriënteren betekent, dan had The Guardian gelijk. Tram 83 is een wanordelijke bende, een schreeuwerige weerspiegeling van de plek waar het grootste deel van het verhaal zich afspeelt. Die plek, ook Tram 83 genaamd, is ‘een van de drukste slettenkroegen’ in het Stadland, een mijnstadje in een land zonder naam. Het is er vol, smerig en chaotisch. Van ‘patserige politici’ tot ‘sjacheraars op afgedragen schoenen’ en van ‘bejaarde hoeren’ tot ‘kuikenmeisjes’ – ‘alle soorten mensen verdringen zich in Tram 83, hunkerend naar goedkoop geluk’.

Twee van die mensen zijn Requiem (een pooier, smokkelaar en oplichter van het eerste uur) en zijn jeugdvriend Lucien (een idealistische en onverzorgde schrijver die naar het Stadland is gekomen om aan zijn toneelstuk ‘Het Afrika van de mogelijkheden’ te werken). Hun verwaterde vriendschap en Luciens moeizame pogingen om zijn stuk te publiceren vormen de ruggengraat van Tram 83, maar de roman is vooral een ongeregelde verzameling indrukken van losbandige kroegavonden vol jazz, hondenvlees en ‘mokkeltjes’.

Mujila’s zinnen weerspiegelen die chaos, energie en vitaliteit. Dialogen lopen dwars door elkaar, beschrijvingen worden midden in een zin onderbroken om daarna weer verder te gaan alsof er niets is gebeurd, en regelmatig zijn er pagina’s lange opsommingen – van de aliassen van Requiem bijvoorbeeld, of van wat er gebeurde toen er een drugstrein ontspoorde, of gewoon, van het woord ‘luguber’.

Niet voor niets is het boek door meerdere recensenten vergeleken met jazzmuziek. Het is net zo onvoorspelbaar, net zo wanordelijk en net zo energiek. En net zoals jazz soms te veel van het goede kan zijn, kun je Tram 83 niet zomaar even tussen de bedrijven door uitlezen. Je moet er de tijd voor nemen.

Tram 83 is niet alleen een rumoerige beschrijving van de ‘pracht van een afgeraffelde nacht’, maar stelt ook het onrecht in Afrikaanse mijnsteden aan de kaak. In het Stadland hebben buitenlanders de touwtjes in handen terwijl de rest moeite moet doen om te overleven en vrouwen en kinderen worden uitgebuit. De manier waarop Mujila die uitbuiting weergeeft, is soms moeilijk te verteren. Zo spelen vrouwen een relatief kleine rol in de roman en worden ze meestal gereduceerd tot hompen vlees met borsten als ‘tomaten’ of ‘verfrommelde sokken’.

Die seksistische weergave van vrouwen kwam Mujila op kritiek te staan van de Nigeriaanse criticus Ikhide Ikheloa. Er ontstond een controverse die goed is samengevat op Brittle Paper, een boekenblog over moderne Afrikaanse literatuur. Het kwam erop neer dat Tram 83 volgens Ikheloa stereotypen over Afrika bevestigt, niet alleen vanwege het seksisme in de roman, maar ook vanwege de focus op armoede en uitbuiting. Volgens verdedigers van Mujila is de roman juist een representatie van niets minder dan de werkelijkheid. Zukiswa Wanner, een Zuid-Afrikaanse schrijver, feminist en een van de juryleden die Tram 83 de Etisalat Prize toekende, wees Ikheloa er bijvoorbeeld op dat Afrikaanse kroegen allemaal Trams 83 zijn: patriarchale plekken waar vrouwen als stukken vlees behandeld worden.

Waarschijnlijk zou Mujila zelf het daarmee eens zijn. In een interview met Pedro Monaville op Africa is a Country benadrukt hij dat hij het allemaal niet heeft verzonnen. ‘The use of children in the mines, the women who prostitute themselves in the mines, the new slavery of the mines, I did not invent it. Even you or me, we can go to a place like Mbuji-Mayi today, rent a concession, hire ten miners and pay them in Monopoly money’. Of, zoals hij in een interview met Sabine Kieselbach zegt: ‘As an author, I have to write about these people, for this is their reality.’

De vraag wanneer een roman met seksistische weergaven van vrouwen zelf seksistisch is, kwam tijdens dit project al vaker langs. Mijn antwoord? Vraag het me over een tijdje nog eens. Ik ben nog aan het bijkomen. Want dat is hoe Tram 83 je achterlaat – een beetje duizelig en compleet overdonderd.

Dit vind je misschien ook interessant:

4 Reacties

  • Reply Merie Polkamp 16/06/2018 at 02:26

    Mooi vergelijking met Jazz! Maar borsten als verfrommelde sokken? Daar vind ik wel wat van.

    • Reply Anne Polkamp 17/06/2018 at 10:34

      Haha daar vind ik ook wat van 🙂

  • Reply Lidy Pelsser 16/06/2018 at 19:29

    Wat een indrukwekkende beschrijving van dit boek. Wat het seksisme betreft zou ik zeggen: de waarheid moet gezegd. En dat is wat de schrijver doet. Geen boek om lekker weg te lezen dus, begrijp ik.

    • Reply Anne Polkamp 17/06/2018 at 10:40

      Daar heb je gelijk in, maar de manier waarop het wordt weergegeven is wel moeilijk te verteren. Ik heb net mijn keuze voor Namibië uit (Neshani Andreas’ The Purple Violet of Oshaantu) en dat boek gaat ook over een onderdrukkende, patriarchale samenleving, maar in die roman zie je het onrecht door de ogen van vrouwen en wordt het meer geproblematiseerd. Daarmee wil ik niet zeggen dat Tram 83 seksistisch is, maar The Purple Violet of Oshaantu roept toch minder weerstand op. Maar goed, wellicht is weerstand precies wat Mujila wilde bereiken.

    Laat een reactie achter