Europa

Georgië: uitzichtloze wenteltrappen

13/11/2019

Telkens opnieuw loopt de achttienjarige Lela de smalle, ijzeren brandtrap aan de buitenkant van het internaat op. Het maakt haar een beetje duizelig, want het is een wenteltrap die eindigt voor een kale, deurloze muur. Toch loopt ze steeds weer naar boven, hopend dat de trap deze keer heel ergens anders heen zal leiden. Ze heeft genoeg redenen om te willen ontsnappen, want Nana Ekvtimisjvili’s debuutroman Het perenveld (2019) speelt zich af op een troosteloze plek: een verwaarloosd internaat voor kinderen met een verstandelijke beperking in Tbilisi, de hoofdstad van Georgië.

Wanneer we Lela leren kennen, ergens in de jaren negentig, staat ze op het punt om aan de slag te gaan als bewaakster van het schoolterrein. Ze is al drie jaar klaar met school en al haar leeftijdsgenoten zijn inmiddels vertrokken, maar Lela heeft geen idee waar ze heen zou moeten. Bovendien hebben de kinderen in het internaat haar nodig. Zo ontfermt ze zich over Irakli, een jongen die vergeefs contact probeert te zoeken met zijn naar Griekenland verdwenen moeder. Lela neemt hem onder haar vleugel, ziet erop toe dat hij de telefoon van de buren mag gebruiken, en spreekt hem moed in wanneer een echtpaar uit Amerika hem wil adopteren.

Ekvtimisjvili (1978) is zuinig met woorden en haar zinnen zijn vaak eenvoudig, maar van tijd tot tijd doet Het perenveld poëtisch aan, al romantiseert de auteur het leven in het internaat niet. Zonder opsmuk beschrijft ze het groezelige beddengoed, het vuile terrein en de stank die Lela tegemoetkomt wanneer ze thuiskomt en het internaat haar opneemt ‘in zijn rottende schoot’. Gruwelijk zijn de scènes waarin ze schrijft over de ‘afschuwelijke spelletjes’ die de jongens met de meisjes speelden, herinneringen die Lela nog altijd achtervolgen. Zelf werd Lela in haar jeugd misbruikt door de geschiedenisleraar, een grote, magere man die Vano heet. Ekvtimisjvili schrijft er behoedzaam over en laat zien hoe de zwijgcultuur Lela belet om erover te praten. In plaats daarvan fantaseert Lela over Vano’s dood, stelt ze zich voor hoe ze hem een afgrond in duwt en hoe hij met zwaaiende armen de diepte in stort.

Het perenveld, dat is vertaald door Mario Molegraaf, leest als een aanklacht tegen de onverschilligheid. Het is daarom enigszins ironisch dat Ekvtimisjvili zelf ook de nodige afstand lijkt te bewaren tot haar personages, waardoor het verhaal je nooit echt weet mee te slepen. Toch doet dat niets af aan de indruk die het boek maakt. De troosteloze sfeer die Ekvtimisjvili tot leven wekt dringt door tot op het bot.

Toch zijn er ook minpunten. Op de achterflap wordt Ekvtimisjvili geprezen om de subtiele, behoedzame wijze waarop ze schrijft, maar die bedachtzaamheid is niet voor iedereen weggelegd. Dat wordt pijnlijk duidelijk zodra het enige zwarte personage zijn intrede doet. Ekvtimisjvili beschrijft de vijftienjarige Marcel als een wilde, noemt hem letterlijk ‘een ontembaar dier’ en laat de andere kinderen het n-woord op hem afvuren. Het zijn luie en schadelijke clichés die uit de toon vallen in een boek dat nou juist een podium wil zijn voor kinderen naar wie niemand omkijkt.

Dit vind je misschien ook interessant:

2 Reacties

  • Reply lidy 13/11/2019 at 12:53

    Hartverscheurend, dat steeds weer beklimmen van die doodlopende wenteltrap door Lela. En wat jammer, dat ook in zo’n recent boek iemands kleur bepalend is voor hoe er over hem geschreven wordt. Hopelijk krijgt de schrijver dit ook te horen en wordt dit deel van het verhaal aangepast in de volgende druk.

  • Reply Merie 14/11/2019 at 16:11

    Heftig boek lijkt me! Eenvoudige zinnen staat me wel aan, maar inderdaad jammer van de beschrijving van Marcel. Vind de omslag erg mooi.

  • Laat een reactie achter