Vandaag had ik eigenlijk in de Comoren moeten aankomen, maar deze kleine eilandengroep tussen Madagaskar en Mozambique is het eerste obstakel dat ik tegenkom sinds ik in juli besloot om alleen nog vrouwen te lezen voor dit project. Er zijn natuurlijk wel vrouwelijke schrijvers in de Comoren (die zijn er overal) maar of ze ook vertaald zijn in het Engels of Nederlands – dat is een andere vraag. Ik doe in ieder geval mijn uiterste best om ze te vinden, dus als je me zoekt ben ik bezig met een verwoede poging om het hele internet op te pakken, ondersteboven te houden en uit te schudden. Wordt vervolgd.
Intussen reisde ik meteen door naar Tanzania, alhoewel ik pas na een omweg bij mijn Tanzaniaanse boek terechtkwam. Eigenlijk stond Elieshi Lema’s Parched Earth. A Love Story op de planning, want die roman kreeg in 2002 een eervolle vermelding van de Noma-jury. De juryleden prezen het boek als ‘perhaps the first feminist novel from Tanzania in English’ – je begrijpt dat ik meteen verkocht was. Toch hoefde ik maar een paar bladzijden te lezen om te weten dat ik niet in de stemming was voor deze roman. Sommige boeken dienen zich nou eenmaal niet op het juiste moment aan. Ik besloot op de valreep om een alternatief te zoeken en ontdekte dat Lema (1949) ook boeken voor jongeren schrijft. Het was het uitgelezen moment om aan de eerste YA-roman van dit project te beginnen.
Ik koos voor In the Belly of Dar es Salaam (2011), een boek dat door het Children’s Book Project for Tanzania (CBP) werd verspreid op Tanzaniaanse scholen. Het doel was om op die manier het Engels te bevorderen, want Pili Dumea legt in haar voorwoord uit dat er in Tanzania maar weinig Engels gesproken wordt buiten het klaslokaal. In de hoop kinderen extra enthousiast te maken, gaf het CBP de voorkeur aan verhalen die zich in een bekende omgeving afspelen. In the Belly begint dan ook op een doodgewone heuvel midden in het Tanzaniaanse dorp Same.
Op die doodgewone heuvel gebeurt iets buitengewoons: Sara is onderweg naar Same Guest and Bar – met de kop van een afgeslachte koe op haar hoofd. Kleine stroompjes bloed zijn op haar gezicht aan het opdrogen. Wanneer Prospa Sara ziet lopen, is hij compleet verbaasd. ‘Mungu wangu, My God’, zegt hij meerdere keren. Waarom draagt dit meisje in hemelsnaam een koeienkop op haar hoofd? De lezer weet meteen dat Sara niet zomaar een meisje is. Die indruk wordt bevestigd wanneer ze aan het eind van het hoofdstuk alles achter zich laat en samen met Prospa naar Dar es Salaam vertrekt.
Sara is niet de enige die de lokgroep van de grote stad heeft gehoord. In het eerste deel van In the Belly vertrekken nog drie andere kinderen naar Dar es Salaam: Mansa, die mishandeld wordt door zijn vader en stiefmoeder; Kaleb, die samen met een groep jongens straatverkoper wil worden; en Ali, die simpelweg droomt van een eigen motor. Allemaal weten ze dat een leven in hun geboorteplaats weinig toekomst biedt. Hoger onderwijs is alleen weggelegd voor de rijken en het verhaal van een meisje dat een beurs kreeg om in het buitenland te gaan studeren, klinkt als een sprookje: ‘Abroad is not on our earth, braza’. Dar es Salaam is de belofte op een beter leven. Zoals Ali zichzelf voorhoudt: ‘I am going to matter’.
In het tweede deel blijkt dat dat gemakkelijker gezegd is dan gedaan. Het leven in Dar es Salaam is hard. Eten is er niet vanzelfsprekend en een thuis is er geen huis maar een verlaten auto, een vervallen kamer, of gewoon de vloer. ‘Home could be any space where they stretched their bodies and slept until morning.’
Toch is het niet alleen overleven wat de klok slaat. Zoals het een YA-roman betaamt, is er ook een heuse liefdesdriehoek. (De mooie illustraties, inclusief een koeienkop-dragende Sara, zijn dan weer unieker voor het genre.) Bovendien eindigt In the Belly met een sprankje hoop, want in het derde deel vindt Sara haar weg in Dar es Salaam en bewijst ze dat ze inderdaad niet zomaar een meisje is.
In the Belly of Dar es Salaam is geen boek dat de lezer bij de lurven grijpt en meesleurt in de levens van haar hoofdpersonages, zoals sommige andere boeken in dit genre dat zo goed kunnen. Aan de andere kant is het ook geen dertien-in-een-dozijn-verhaal – een bekende YA-valkuil. En alhoewel ik moest wennen aan de schrijfstijl van Lema, die soms neigt naar het uitleggerige en op andere momenten juist van de hak op de tak springt, legt ze met enige regelmaat de vinger op de zere plek. Op die momenten weet ze in de meest eenvoudige bewoordingen een scherp inzicht te geven over het leven van straatkinderen in Dar es Salaam. Al met al was de eerste YA-roman van dit project een bijzonder boek. Op naar de volgende!
PS Zoals je misschien hebt gemerkt, heb ik de afgelopen week een kleine pauze gehouden. Mijn onderzoeksverblijf in Australië loopt bijna ten einde, dus mijn proefschrift kreeg even voorrang. Vanaf komende zondag verschijnt er als het goed is weer elke woensdag en zondag stipt op tijd een nieuwe update.
2 Reacties
Leuk, de eerste YA roman! Ik hoop dat er nog veel volgen! Alleen, een meisje met een koeienhoofd op haar hoofd, hoe speelt ze dat klaar? Dat lijkt me toch echt veel te groot en te zwaar!
Daar is ze Sara voor 🙂 Maar je hebt gelijk, op het plaatje is het een verdacht klein koeienhoofd.