Afrika

Zimbabwe: een poëtische mokerslag

18/07/2018

Zodra ik in een interview van Grace Mutandwa las over een schrijver die haar lezers de illusie wil geven dat ze twee harten hebben – één voor de schoonheid van de woorden en één voor de gebeurtenissen in het verhaal – wist ik dat ik mijn Zimbabwaanse auteur gevonden had. De illusionist in kwestie is Yvonne Vera (1964-2005). Haar antwoorden op Mutandwa’s vragen bevatten zoveel mooie oneliners, zoveel passie en zoveel toewijding dat er geen twijfel over kon bestaan: hier sprak een woordkunstenaar. Ik las Vera’s vijfde en laatste roman, De Stenen Maagden (2005), die oorspronkelijk in 2002 verscheen als The Stone Virgins.

Toevallig is het boek vertaald door Wim Scherpenisse, die ook Unity Dows Voorbij de horizon vertaalde, mijn keuze voor Botswana van afgelopen vrijdag. De Stenen Maagden is nog maar het zesendertigste boek dat ik lees voor dit project, maar toch is Scherpenisse al de derde vertaler die ik vaker dan eens ben tegengekomen. (De andere twee zijn Jethro Soutar, die The Ultimate Tragedy en By Night the Mountain Burns vertaalde, en Jeanne Holierhoek, die Drie Sterke Vrouwen en Tram 83 vertaalde.) Zou dat iets zeggen over de grootte (of kleinte) van de vertaalwereld?

Voorbij de horizon en De Stenen Maagden laten in ieder geval zien hoe veelzijdig de talenten van een vertaler moeten zijn, want de romans lijken in niets op elkaar. Waar Dows boek geschreven is in toegankelijke taal, is Vera’s roman zo poëtisch dat het bijna een prozagedicht is. Vera hanteert een lyrische en zinnelijke stijl: een lied ‘kolkt’ door de aderen van de muzikant; muziek ‘beukt’ in de voetzolen van cafégangers; de oorlog is ‘zo dicht op de huid dat je hem kunt ruiken’. Haar beeldspraak is even prachtig als origineel. Zo vormen takken die over brede straten reiken ‘een duizeligmakende horizon’ en zijn schaduwen die op gezichten van voorbijgangers vallen ‘als gemorste verf’. Soms zijn haar beschrijvingen cryptisch en ondoorgrondelijk; het is geen gemakkelijk proza. De Stenen Maagden is een wervelende woordenstroom. Nu eens moet je er langzaam doorheen waden; dan weer kun je je erin onderdompelen om je te laten meevoeren.

Vera heeft geen haast om met haar verhaal te beginnen en vult de eerste twee hoofdstukken met niets anders dan beschrijvingen van de omgeving: van de schitterende straten van de provinciestad Bulawayo tot de sterrenhemel boven het dorp Kezi. Het grootste deel van het verhaal speelt zich af op die tweede plek, een stoffig dorp dat op zo’n tweehonderd kilometer van Bulawayo ligt. Voor de inwoners van Kezi is onvoltooidheid ‘onverbrekelijk verbonden met hun leven’. De geasfalteerde weg stopt plotseling bij de dorpswinkel Thandabantu Store, alsof niemand ooit verder zou willen gaan, en in de telefooncel, die ‘spot met hun behoeftigheid’, is nooit een telefoon geplaatst. Toch is het dorp voor veel inwoners het middelpunt van de aarde. Ze zijn ervan ovetuigd dat de bus van Kezi naar Bulawayo rijdt en weer terug; niet andersom.

Wanneer het verhaal uiteindelijk op gang komt, verandert er niet veel aan Vera’s stijl. Ze is spaarzaam met dialogen en wanneer er wel gesproken wordt, zijn de dialogen vaak even poëtisch als de rest. Die poëzie staat in schril contrast met de gruwelijkheid van het verhaal zelf: dat van Nonceba en haar zus Thenjiwe, twee jonge vrouwen uit Kezi die na afloop van de onafhankelijkheidsoorlog geconfronteerd worden met een wrede burgeroorlog. De oorlog wordt Thenjiwe fataal: een losgeslagen oorlogsveteraan snijdt haar keel door, waarna hij Nonceba mishandelt met zijn mes. Vera deinst er niet voor terug om het geweld tot in detail in beeld te brengen.

De Stenen Maagden wordt verteld vanuit drie perspectieven. Thenjiwe volgen we tijdens een korte, hevige verliefdheid die speelde toen alles nog in orde was; Nonceba volgen we tijdens haar pogingen om een nieuw leven op te bouwen in een tijd waarin niets meer in orde is. Vera kruipt zelfs in het hoofd van de veteraan, die door de oorlog zo ontworteld is dat hij vaak zijn eigen naam vergeet (‘Een deel van je verbergt zichelf, opdat niet alles wordt verwoest maar slechts een deel’).

De roman eindigt hoopvol, maar door de meedogenloze wreedheid is het soms net alsof De Stenen Maagden als een mokerslag op je hart neerkomt. Gelukkig geeft Vera de lezer er twee.

Dit vind je misschien ook interessant:

7 Reacties

  • Reply Lalagè 19/07/2018 at 07:20

    Misschien heeft het ook te maken met de paar uitgeverijen die zich richten op wereldliteratuur, zoals De Geus en de Wereldbibliotheek, waardoor je dezelfde vertalers tegenkomt. Ik sta soms ook versteld van de diverse boeken die één vertaler onder zijn hoede heeft genomen. Zo had ik een keer een goed vertaald non-fictie-boek en later een roman van dezelfde vertaler. De eerste vond ik heel goed vertaald en de tweede juist niet zo goed.

    • Reply Anne 19/07/2018 at 13:23

      Gek genoeg had ik er hiervoor nooit zo bij stilgestaan dat een vertaler allerlei verschillende schrijfstijlen moet kunnen overbrengen. Bewonderenswaardig!

  • Reply Lidy Pelsser 03/08/2018 at 19:17

    Die twee harten zijn ook wel nodig, als ik de recensie zo lees. Ik zou zelf geloof ik ook wel twee boeken willen: een met alleen maar de schoonheid van de woorden, en het andere met de wreedheid en de ellende van de oorlog.

    • Reply Anne 05/08/2018 at 11:38

      En zou je het tweede boek dan ook lezen?

      • Reply Lidy Pelsser 05/08/2018 at 11:41

        Ik zou adviseren aan de uitgever om de twee delen in een boek uit te geven, en dan zou ik denk ik alleen het eerste deel lezen.

  • Reply merie 09/08/2018 at 09:21

    Love de poetische quotes! Heftig boek dit lijkt me.

    • Reply Anne 09/08/2018 at 10:32

      Inderdaad, prachtig en vreselijk tegelijk.

    Laat een reactie achter