Vertalingen hebben van nature iets bewonderenswaardigs, maar deze uit Guinee-Bissau is extra bijzonder. Toen mijn voorganger Ann Morgan in 2012 de wereld las, was er niet één Engelstalige roman te verkrijgen uit dit kleine West-Afrikaanse land dat ingeklemd ligt tussen Senegal en Guinee. Uit noodzaak week ze uit naar politieke teksten van de intellectueel en revolutionair Amílcar Cabral. Mede door Morgans vergeefse zoektocht, maakte vertaler Jethro Soutar er zijn persoonlijke missie van om een Guinee-Bissause roman te vertalen. En daar slaagde hij in. De eerste in het Engels vertaalde roman uit Guinee-Bissau is… tromgeroffel… The Ultimate Tragedy van Abdulai Silá.
Wellicht komt het door Soutars buitensporige inspanningen, maar in ieder geval is het de eerste roman uit dit project die de vertaler op de voorkant vermeldt, in loeigrote letters bovendien. De vertaling werd vorig jaar gepubliceerd (en in maart 2017 koos Morgan de roman uit als boek van de maand), maar in Guinee-Bissau verscheen de roman grofweg twintig jaar geleden al. Abdulai Silá (1958), die geboren werd in Catió, studeerde in Dresden en tegenwoordig in Bissau woont, publiceerde het boek in 1995 bij zijn zelf opgerichte uitgeverij.
Het verhaal zelf speelt nog eerder. Waar mijn boek uit Portugal plaatsvond na de Angolese onafhankelijkheid en mijn Kaapverdische dichtbundel al sporen vertoonde van een nieuw Kaapverdië, zit de hoofdpersoon in The Ultimate Tragedy nog muurvast middenin het koloniale regime.
Die hoofdpersoon is Ndani, een dertienjarig meisje dat uit haar dorp Biombo wordt verjaagd nadat de djambakus meedeelt dat er een boze geest in haar huist die de ene tragedie na de andere zal veroorzaken. We volgen haar tijdens haar omzwervingen, die Silá gebruikt om het koloniale regime vanuit verschillende hoeken te belichten.
Zo leren we Dona Linda kennen, de witte huisvrouw die denkt dat ze in Afrika is om de zwarte Guinee-Bissauers te ‘redden’ met het geloof. Zij en haar op misbruik beluste man nemen Ndani in dienst, maar behandelen haar eerder als object dan als persoon. Dat wordt al bij de eerste ontmoeting pijnlijk duidelijk, wanneer Ndani hongerig en vermoeid aankomt bij het huis van Dona Linda. Op zoek naar een witte huisvrouw die haar in dienst wil nemen, heeft ze de hele dag door de hoofdstad Bissau gedoold. Samen met haar geliefde stiefmoeder had ze helemaal voorbereid: de gedragsregels van witte mensen stonden ingeprent in haar geheugen en een aantal zinnetjes in de ‘taal van de witten’ lagen op het puntje van haar tong (‘Mizzes, want houseboy?’). Maar de witte mensen zien Ndani niet staan. Dona Linda neemt niet eens de moeite om iets tegen haar te zeggen, maar richt simpelweg de tuinslang op haar: ‘the jet of water hit her square in the chest. The white lady had interrupted her careful watering of the plants and watered Ndani instead’.
Het tweede belangrijke personage dat we leren kennen, is de Régulo (het dorpshoofd) van Quinhamel, die Ndani na haar periode als dienstmeisje dwingt om zijn zesde vrouw te worden. Het verhaal van de Régulo laat zien hoe ver de klauwen van het kolonialisme reiken, ook wanneer mensen zich er niet bewust van zijn. De Régulo is vastberaden om de witte mensen te verslaan en verzet zich uit alle macht tegen het idee dat zwarte mensen minderwaardig zijn, maar wanneer hij een zwarte vrouw met een lichtere huidskleur ziet, kan hij het niet nalaten om schamper te reageren. Zonder het zich te realiseren, heeft hij het racisme van de kolonisten geïnternaliseerd.
Voor Ndani brengt de verhuizing naar Quinhamel, behalve nog meer ellende, ook iets goeds. Ze leert er haar grote liefde kennen: de leraar van het dorp, met wie ze uiteindelijk een gezin vormt. Silá weet hun liefde meesterlijk te beschrijven. Helaas voor Ndani moet de in de titel aangekondigde ultieme tragedie dan nog komen. The Ultimate Tragedy is bij vlagen humoristisch, maar in wezen is het een tragisch verhaal. Toch houdt Ndani op elke pagina hoop. Die vindt ze overal: in muziek, in de glimlach van haar zoon Obem en in haar dromen. Zo droomt ze van het opzetten van een school ‘run by Great Women who would pass on the lessons that life had taught them’. Haar weerbarstigheid is indrukwekkend: ondanks alle tegenslagen baant ze zich langzaam maar zeker een weg naar een eigen leven.
Die weg heeft overigens heel wat bochten en onderbrekingen. Beïnvloed door de mondelinge traditie in Guinee-Bissau, heeft The Ultimate Tragedy een bijzondere vertelstructuur. Ndani verdwijnt soms tijdenlang uit het zicht en belangrijke gebeurtenissen zoals misbruik worden slechts terloops genoemd. Zoals Morgan aangeeft in haar blogpost, zijn dat dingen die de westerse lezer misschien afschrikken. Toch zou dat zonde zijn, want de literaire wereld is al eenzijdig genoeg. Romans zoals deze, die afwijken van de standaard en waarin woorden in het Creools, Fulani en Mandinka met trots onvertaald zijn gelaten, verdienen hun plek in de internationale literatuur. Laat de volgende vertalingen uit Guinee-Bissau maar komen.
4 Reacties
Hoe is het mogelijk dat, ondanks alle tegenslagen, Ndani toch hoop blijft houden. Wat een sterke vrouw! En dan moet de ultieme tragedie nog plaatsvinden. Daar ben ik natuurlijk zeer benieuwd naar, en vooral ook naar hoe ze zich daar doorheen slaat. Want hoeveel leed en mishandeling kan een mens verdragen, je zou zeggen dat er in het leven van Ndani niet meer bij kan! In ieder geval is haar droom, de school ‘run by great women’, absoluut de moeite waard om te realiseren!
Was het je al opgevallen dat sterke vrouwen sinds Mauritanië in elk boek een thema zijn (en daarvoor natuurlijk ook al in een aantal boeken)? Ik vraag me wel af of die trend in Guinee doorzet, want volgens mij is het volgende verhaal een echt mannenbolwerk.
Een school run by Great Women klinkt geweldig! Wat een bijzonder boek om te lezen lijkt me! Super leuk 🙂
Ja, dit is echt zo’n boek dat ik anders nooit tegen was gekomen. En dat geldt vast voor heel wat papieren wereldreizigers met mij, want omdat er zo weinig keuze is, zijn er overal ter wereld mensen die dit boek lezen. Dat is dan wel weer bijzonder.