Afrika

Zambia: vaders en dochters

23/07/2018

Het eerste wat je te zien krijgt als je de digitale versie van Ellen Banda-Aaku’s debuutroman Patchwork opent, is een ‘Message from Chinua Achebe’. De beroemde Nigeriaanse romanschrijver en dichter (1930-2013) trad op als adviseur voor de Penguin African Writers Series waarin Patchwork (2011) is opgenomen. ‘Africa is not simple’, schrijft hij in zijn boodschap aan de lezer. ‘[O]ften people want to simplify it, generalise it, stereotype its people, but Africa is very complex’. De literatuur die ontstond uit vijfhonderd jaar Europees contact met Afrika deed die complexiteit geen recht, maar series zoals deze brengen daar verandering in: ‘the time has come for Africans to tell their own stories’.

Hopelijk maakt de serie niet alleen korte metten met stereotypen over Afrikaanse landen, maar verhoogt ze ook de zichtbaarheid van Afrikaanse schrijvers. Hoe belangrijk dat is, blijkt uit de loopbaan van Ellen Banda-Aaku zelf. In een interview legt ze uit waarom ze pas begon met schrijven toen ze begin dertig was: ‘I believe as children we usually aspire to become what we see’. En Zambiaanse vrouwen die boeken schrijven? Die waren nergens te zien toen Banda-Aaku opgroeide.

En dus schreef ze haar eerste boek pas toen ze een oproep zag voor de Macmillan Writer’s Prize for Africa in 2004. Met het resultaat – het kinderboek Wandi’s Little Voice – won ze de prijs. Patchwork, de roman die Banda-Aaku (1965) schreef als scriptie voor haar master Creative Writing aan de Universiteit van Kaapstad, is haar eerste boek voor volwassenen.

Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van de negenjarige Pumpkin, die samen met haar moeder in een flat woont. Haar vader Tata, een rokkenjager en succesvolle zakenman, heeft hen verlaten. Pumpkin groeit op in het Lusaka van de jaren ’70 – op de achtergrond spelen de Rhodesische vrijheidsstrijd, discriminatie tegen bevolkingsgroepen zoals Luvale, en de omgang met HIV.

De roman opent met een komisch verhaal over Pumpkins oma, die ooit met een oud geweer naar Tata’s kantoor vertrok. Daar aangekomen draaide ze eens flink aan zijn ujeni – ‘To stop it leaking bad seed all over the place’. Het is een grappige anekdote en de proloog heeft een lichte toon, maar het einde is grimmig: ‘Even though I was too young to understand’, zegt Pumpkin, ‘I knew. I knew I was bad seed.’

Het verhaal dat volgt, is even hartverscheurend als die conclusie. Pumpkins moeder grijpt uit liefdesverdriet naar de fles, waardoor Pumpkin al veel te jong de verantwoordelijkheden van een volwassene moet dragen. Elke avond blijft ze wakker tot haar moeder slaapt om te controleren of de voordeur wel op slot zit. Intussen telt ze de dagen sinds ze Tata voor het laatst heeft gezien. Tegenover haar plagende vriendinnen houdt ze stug vol dat hij gewoon thuis woont – hij werkt alleen veel.

Wanneer Tata op een avond langskomt en haar moeder dronken aantreft, besluit hij dat Pumpkin bij hem moet komen wonen. De scène waarin Pumpkin haar moeders huis verlaat is één van de aangrijpendste uit het boek, vooral door treffende details zoals de achtergelaten witte poppenschoenen en een uit een koffer bungelende roze mouw. Met haar korte zinnen en eenvoudige taal weet Banda-Aaku Pumpkins kinderstem overtuigend weer te geven.

Op Tata’s boerderij is het leven niet veel makkelijker voor Pumpkin. Tata’s nieuwe vrouw heeft een hekel aan haar, opeens heeft ze drie nieuwe broers erbij, en eigenlijk voelt ze zich alleen thuis bij Sissy, de lieve hulp in de huishouding. Pumpkin reageert op de moeilijke situatie zoals je van elke negenjarige zou kunnen verwachten: met heel veel ongehoorzaamheid en leugens. Wanneer Sissy één van die leugens ontdekt, drukt ze Pumpkin op het hart om haar fout niet te herhalen: ‘if you make a mistake, you patch it. You make the same one again, you patch it. Third time, patch it. And then what do you have? A big messy patchwork that everyone can see. Is that what you want?’

In het tweede deel van het boek, waarin we een 31-jarige Pumpkin volgen, laat Banda-Aaku zien dat het niet makkelijk is om naar Sissy’s advies te luisteren. Pumpkin is inmiddels een succesvolle architect en heeft een man en twee kinderen, maar haar jeugd blijft haar achtervolgen. Haar leven begint hoe langer hoe meer op een lappenwerk te lijken.

In 2010 won Banda-Aaku voor Patchwork de Penguin Prize for African Writing, die de publicatie van het boek mogelijk maakte. Ze publiceerde daarna nog een tweede roman, maar schrijft vooral boeken voor kinderen en jongvolwassenen. Hopelijk is er ergens in Zambia een meisje dat die boeken leest en denkt: dat kan ik ook.

Dit vind je misschien ook interessant:

2 Reacties

  • Reply Lidy Pelsser 03/08/2018 at 19:24

    Dat hoop ik ook zo, dat haar boeken gelezen zullen worden en dat meisjes daardoor meer keuzes en meer kansen krijgen! Geweldig dat het Pumpkin gelukt is, in ieder geval wat betreft opleiding en baan. Om meer te weten te komen, over hoe het haar verder is gegaan, het patchwork, zal ik het boek gaan lezen!

  • Reply merie 09/08/2018 at 09:34

    Deze ga ik ook lezen! Leuk om Pumpkin van zo jong naar een dertiger te volgen.

  • Laat een reactie achter