Er zijn in dit project al heel wat bijzondere auteurs voorbijgekomen. Zoals Unity Dow (1959), de Botswaanse ‘fearless legal eagle’ die zich inzet voor vrouwen, de LHBTI-gemeenschap en de San. Of Sandra Uwiringiyimana (1994), de jonge mensenrechtenactivist die strijdt voor gerechtigheid voor Gatumba, het dorp in de Democratische Republiek Congo waar zij in 2004 ternauwernood een bloedbad overleefde.
De Roemeense Ana Blandiana (1942) hoort dubbel en dwars in dit rijtje thuis. Volgens de achterflap van haar verhalenbundel Kopie van een nachtmerrie (1992) werd haar werk tijdens het regime van dictator Ceauşescu maar liefst drie keer getroffen door een ‘algeheel publikatieverbod’, bijvoorbeeld omdat de man zich meende te herkennen in de verwaande kater uit een bundel kinderpoëzie. Toch liet Blandiana zich nooit verleiden tot een compromis met Ceauşescu. In plaats daarvan stapte ze als een van de eerste intellectuelen uit het regerende Front voor Nationale Redding en werd ze prompt voorzitter van de buitenparlementaire vleugel van de Burgeralliantie.
Vandaag de dag wordt Blandiana gezien als een van de meest vooraanstaande schrijvers uit Roemenië. Wie Kopie van een nachtmerrie leest, begrijpt meteen waarom. Zelf begon ik met gezonde tegenzin aan deze verhalenbundel – nachtmerries te over in deze wereld, waarom ook nog een kopie? – maar dat was nergens voor nodig. Blandiana schrijft de meest bizarre verhalen die nu eens een verwonderde lach op je gezicht brengen en dan weer aangrijpend zijn in hun rauwheid.
Alhoewel haar personages in hun strijd om vrijheid inderdaad vaak in nachtmerrieachtige scenario’s terechtkomen, zijn Blandiana’s verhalen niet somber. Door haar magisch realisme – denk: vliegende kerken, denkende dolfijnen en water dat uit Parijse schoorstenen spuit – veranderen ze vaak in fantastische verhalen met een komische ondertoon. Dan is het lezen genieten, puur uit vrolijke verwondering over Blandiana’s eindeloze verbeelding.
Dat Ana Blandiana dichter is, merk je meteen. Haar zinnen slalommen over de pagina, haar schrijfstijl is ritmisch en poëtisch. De ene na de andere bijzin duikt op uit het niets, ervoor wakend de lezer geen moment te laten indutten. In combinatie met de enigszins archaïsch klinkende vertaling van Willem Jan Bos zijn Blandiana’s kronkels even wennen, maar daarna kun je je onderdompelen in haar taal. Deze auteur verstaat de kunst om de wereld om haar heen tot leven te wekken. Onder haar pen dondert de Donau machtig en razend over de pagina, geeft het gewriemel en gewurm van een berg krioelende insecten je vanzelf de rillingen, en kun je de bijbehorende, tot alcohol gistende hoop maiskolven bijna ruiken.
In het verhaal dat me het meest raakte, ‘Schetsen van het verleden’, wordt een compleet bruiloftsgezelschap pardoes gearresteerd, in the middle of nowhere gedropt en achtergelaten met het strikte verbod om dat kleine stukje aarde te verlaten. Ze zijn aan alle kanten omringd door land, maar hadden net zo goed op een eiland midden in de oceaan kunnen zitten, zo zeer zijn ze afgesloten van de rest van de wereld. Als moderne Robinson Crusoë’s bouwen ze met zo goed als niks, twijg voor twijg, strohalm voor strohalm, een nieuwe wereld op.
Een van mijn andere favorieten is het wonderbaarlijke ‘De Spookkerk’, waarin Blandiana verslag doet van ‘de ongehoorde tocht die de houten kerk van het dorp Subpiatrâ’ (Bihor-gebergte) heeft ondernomen aan het einde van de achttiende eeuw, om preciezer te zijn: in de winter van 1778’. Blandiana speelt een ingenieus spel met werkelijkheid en fictie. Op de zeldzame momenten dat die twee elkaar raken, schrijft ze in ‘De Spookkerk’, is de vermenging wederzijds onthullend. Er is geen beter bewijs voor die stelling dan Kopie van een nachtmerrie zelf.
2 Reacties
Pure kracht zo te lezen, deze vrouw. Ik hou niet zo van verhalenbundels, maar dit boek ga ik zeker lezen!
Wat leuk om te horen! Al moet ik erbij zeggen dat ik om de een of andere reden het gevoel heb dat de verhalen jou wat minder zullen aanspreken dan mij.