Ondanks de titel hoopte ik tot aan de allerlaatste pagina van I Die by This Country op een wonder waardoor het allemaal toch nog goed zou komen. Waarom weet ik niet, want Fawzia Zouari (1955) maakt er geen geheim van dat haar roman in-en-in treurig is. ‘Listen to the happiness drifting away,’ waarschuwt Nacéra op de tweede pagina. Ze staat op het punt om haar jongere zus Amira het verhaal van hun leven te vertellen. Niet om in leven te…
Net als Marie NDiaye is Assia Djebar (1936-2015) een naam die ik eigenlijk al had moeten kennen. Djebar was een van de meest vooraanstaande Noord-Afrikaanse schrijvers en de eerste auteur uit de Maghreb die lid werd van de prestigieuze Académie Française. Sterker nog, ze werd vaak genoemd als kanshebber voor de Nobelprijs voor Literatuur. Als klap op de vuurpijl was ze ook nog eens een feminist die regelmatig schreef over de onderdrukking van vrouwen. Zoals ik al zei: ik had…
Terwijl het aantal landen dat ik nog moet bezoeken langzaam maar zeker slinkt, groeit het aantal bestemmingen dat ik noodgedwongen moet overslaan. Eerder dit jaar reisde ik al om de Comoren en Djibouti heen, en afgelopen week voegde ik Tsjaad aan dat rijtje toe. Er zijn natuurlijk wel vrouwelijke schrijvers in Tsjaad – die zijn er overal – maar de vraag of ik ooit een vertaling zal vinden is heel wat moeilijker te beantwoorden. Wordt vervolgd. In het buurland Niger…
Even leek het alsof ik de Centraal-Afrikaanse Republiek zou moeten toevoegen aan het lijstje van landen die de voltooiing van dit project onmogelijk lijken te maken. Pas na eindeloos veel klikken vond ik één enkel vertaald boek van een Centraal-Afrikaanse vrouw: Granny Joe’s Tales. Tales from Central Africa (2017). De auteur, Georgette Florence Koyt-Deballé (1960), is werkzaam als secretaris-generaal van UNESCO en was in het verleden rector aan de universiteit van Bangui. Eerder verschenen van haar hand al een roman,…
In 2000 ging de allereerste Caine Prize for African Writing naar het kortverhaal ‘The Museum’ van de Soedanese auteur Leila Aboulela (1964), die regelmatig geprezen wordt om haar kalme, gracieuze en lyrische proza. Reden genoeg om een van haar boeken te lezen. Ik koos voor haar tweede roman, Minaret (2005), die in 2007 in Nederland verscheen in een vertaling van Wim Scherpenisse. Het boek lost alle verwachtingen over Aboulela’s schrijfstijl meteen in – die is ingehouden en lyrisch en trekt…
Het is lang geleden dat ik een verhaal las met een openingsbeeld vrolijker dan haviken die opstijgen als ‘vliegende snorren’. Het is ook lang geleden dat ik een meer misleidende openingszin las. ‘Hawks soar in the sky like flocks of flying moustaches’, dicht Stella Gaitano. Maar de snorren cirkelen rond boven een massagraf, en een van de lichamen behoort de verteller toe. De titel geeft het eigenlijk al weg: ‘I kill myself and rejoice!’ is geen opgewekt verhaal. Het verhaal…
Toen ik deze zomer een aflevering van de podcast Dipsaus luisterde – of liever gezegd: toen ik alle drie de seizoenen bingede – stond Maaza Mengistes De Leeuw en de Keizer, vertaald door Nele Ysebaert, al maanden in mijn kast te wachten op mijn aankomst in Ethiopië. Toen de aflevering was afgelopen, besloot ik dat het boek daar nog even zou blijven staan. Ebissé Rouw, die niet alleen redacteur non-fictie is bij Amsterdam University Press maar ook medeoprichter van Dipsaus…
Eritrea had eigenlijk het eenenvijftigste land moeten zijn dat ik bezoek, maar het is pas het negenenveertigste. Noodgedwongen heb ik twee landen overgeslagen: de Comoren, waar ik in augustus al langskwam, en Djibouti, waar ik vandaag had moeten aankomen. De twee landen doen een wedstrijd op het gebied van zeldzame vertalingen. Mouna-Hodan Ahmed, Aïcha Mohamed Robleh – geen enkele Djiboutiaanse vrouw lijkt in het Engels vertaald te zijn. En dus sloeg ik Djibouti over (duim maar voor me dat ik…
In deze serie ga ik terug naar achttien verschillende landen, op zoek naar de vrouwen die ik eerder dit jaar over het hoofd zag. Eerder bezocht ik al Equatoriaal-Guinea, Gambia, Liberia, Monaco, Sierra Leone en Andorra. Technisch gezien hoort Sao Tomé en Principe niet in dit rijtje thuis, want in juni las ik al gedichten van Alda do Espírito Santo en Maria Manuela Margarido. Hun werk stond achterin de essaybundel van Donald Burness die ik had uitgekozen bij gebrek aan…
Weten jullie nog dat ik in maart schreef over de blogpost die een opsomming leek te zijn van alle, maar dan ook werkelijk alle Andorrese literatuur die ooit is verschenen? De enige auteur uit die lijst wiens boeken in het Engels zijn vertaald was Albert Salvadó, en dus zag ik het al aankomen. Alhoewel het inmiddels vijf keer is gelukt om alsnog te lezen wat ik niet las, kon ik me niet voorstellen dat ik ook deze keer een vertaald…